© Rootsville.eu

Jeff Wisnom (US)
Americana
De Vleeshalle Mechelen
(13-05-2021)
report: Steven Kauffmann & photo credits: Anja Cleemput


info club: De Vleeshalle
info band:
Jeff Wisnom

© Rootsville 2021


Jeff Wisnom is een minzame Californïer, prille zestiger die patent lijkt te hebben op de eeuwig jeugd, die al een paar jaar aan de weg timmert als troubadour, enkel gewapend met zijn warme stem en loepzuiver klinkende gitaar. Na een rijkgevulde carrière, hing hij zijn stropdas aan de wilgen en in plaats van te gaan golven of zo kiest hij resoluut voor the sheer love of music en kan je hem zo nu en dan in een gezellig etablissement aantreffen, om heel toegewijd en geconcentreerd, de mensen te entertainen op zijn persoonlijke manier. Dit was niet anders op deze O.L.H. Hemelvaart in het prachtige kader van de exquis ingerichte Vleeshalle in Mechelen (een voormalige markhal, of mercador, zoals je die in Barcelona vindt, met hedendaagse invulling met architecturaal respect voor het origineel). Jeff mocht op beide terrassen een setje spelen  uit zijn zorgvuldig samengestelde repertoire, een keer in de tuin, een keer langs de straatkant waar we netjes konden plaatsvinden op tafeltjes voor 4, zoals het hoort these days.

Jeff stak van wal met een fraaie versie van Eagle-Eye Cherry’s “ Save Tonight”, meer country dan poppy en bevond zich zo meteen meer in de sfeer van Traveling Wilburys dan aan de poppy side, de song werd mooi uitgekleed en zijn warme bariton, die ook de hoge regionen moeiteloos haalt, kwam zo meteen mooi tot zijn recht. Deze zelfde aanpak werkte ook wonderwel bij Lady Gaga haar “Always Remember Us This Way” … zo heel ingetogen en subtiel naar de essentie van de song en lyrics gaan, enkel met behoud van de bare essentials, zang en gitaar, plaatste deze pophits in een heel ander perspectief.

Zeg dus niet dat man zowat covers komt brengen, hij legt er zijn hele inborst in, het is duidelijk dat zijn nadrukkelijke behoefte om te performen (en dan liefst voor een live publiek) onspruit aan een drang naar esthetiek en zijn goesting om dit met de aandachtige luisteraar te delen. De man had al 18 maanden niet op een podium gestaan met het zonnetje en de smiling faces deden deze koudwatervrees instant wegsmelten. Dan gingen we even vintage, naar het gezegende jaar 1964, waarvan Jeff zich de Beatlemania nog levendig herrinnerde en een mariachi toets gaf aan Jay & The Americans hun “Come A Little Bit Closer” (dat ook wondermooi gecoverde werd door de betreurde Willy De Ville). Ook zijn persoonlijke interpretatie van Joe Cocker zijn “Unchain My Heart” was interessant, in een warme folkversie, zoals ene James Taylor het zou aangepakt hebben. Van Johnny Cash (“Ring of Fire”) ging het dan over naar Chris Isaac, met diens “Blue Hotel”.

Je moet lef hebben om dit te coveren, want het is een vocaal huzarenstukje, maar het ging hem vocaal met brio af en het ijs was definitief gebroken. De man beschikt over een timbre dat laveert tussen Roy Orbison, Tom Petty en Nick Lowe en zingt secuur maar toch warm, het klinkt nooit klef of geforceerd, maar heel naturel en gemeend. Hij begint zich ook aan eigen songs te wagen en het dient gezegd “Trying to find myself” had naast een diepgaande tekst een eigen karakter dat ontleend werd aan de grote (folk)songbooktraditie. Mooi, autobiografisch werk dat getuigde van een bewogen leven en de behoefte om zijn innerlijke belevingswereld te delen met wie echt wil luisteren. Ook zijn eigen benadering van Ed Sheerans’ “Afterglow” kwam weer subtiel deep down from the inside en zo mochten we van de halfschaduw van de hal en de terrastuin naar de straatkant waar een langerekte rij tafels zat uit te kijken naar de tweede set van onze performer/singer-songwriter in spé. Die kregen meteen de pronte versie van “Bad Things” en een passievol “Knockin' On Heaven’s Door” met puntgaaf gitaarwerk.  

Van “Folsom Prison” ging het over naar “Who’ll Stop the Rain” (daar bleven we letterlijk voorlopig nog even van bespaard), weer met een melancholische, maar nooit kleffe, meer uitgepuurde approach. We kregen nog een Wisnom-versie van Springsteens’  “I’m on Fire” , van een heel breekbare intimiteit alsof ene Nick Lowe hier stond te zingen en Jeff zijn mooie vibrato wervelde zich als een lenige klimplant rond de lijzige interpretatie van “House of the rising sun” van the Animals. Dan diepte Jeff een verhaaltje op over persoonlijke nostalgie en wat the Eagles voor hem betekenden in zijn jeugd, dit klonk weer wonderwel door in het fier gebrachte “Take it Easy” en dat klonk hier meer als Jackson Browne dan als the Eagles: welluidend, secuur maar toch vol overgave met de juiste dosis adrenaline. Er werd stijlvol afgesloten met “Stand By Me”, en zo hadden we weer onze dosis gezelligheid op een terrasje (en andere liquide middelen) kunnen consumeren, het kon slechter op een feestdag …

Hou hem in de gaten, deze Jeff Wisnom, die ene zelfgepende song deed al verlangen naar meer. Een optreden van hem is meer dan een potje gratuite covers, het zijn zorgvuldig gekozen eigen interpretaties waarin hij zijn hele wezen en ziel legt en de songkeuze zijn gevoelsmatige en geestelijke universum ook belichaamt. Live weet hij dit te vertalen naar een gezellige sfeer waarbij alles draait om subtiliteit en muzikale elegantie. A gentle soul, hij had na zijn pensioen kunnen gaan kleiduifschieten of had zich kunnen uitleven op een golfterrein, maar nee hij zoekt de adrenaline van het live performen op als weerspiegeling van zijn inborst, tender and gentle, hij legt de lat hoog voor zichzelf, maar dat hoor je dus ook echt. Veelbelovend wat er nog uit zijn pen zal vloeien, deze sympathiek expat maakt er in ieder geval een erezaak van elke opportuniteit om live te spelen en heeft ongetwijfeld een voldoende rijk leven achter de rug om pure, verhalende songs te distilleren uit zijn emotionele microcosmos en om die dan haarfijn gestileerd los te laten op een, ongetwijfeld, dankbaar publiek. As he did today in a part of ancient Malines, Merc(y)i !